maandag 20 juli 2009

Interview: 10 jaar Klavers Van Engelen

Tijdens de Arnhem Mode Biennale 2009. foto: MERynja


‘Tien jaar geleden stonden wij wel in grote internationale tijdschriften, maar in Nederland waren wij amper bekend’. - Astrid van Engelen over KlaversVanEngelen (2009).


Bol uitstaande tops en broeken, geplooide jurken en jassen, transparante leggings en gemouleerde en gedrapeerde decoraties. Modeontwerpers Niels Klavers (1967) en Astrid van Engelen (1970) zijn op weg als “Neerlands trots” Viktor&Rolf op te volgen. Onder het label Klavers Van Engelen vormen zij een krachtige twee-eenheid en veroveren menig (inter)nationaal mode hart. Hun herkenbare creaties zijn te zien geweest in tentoonstellingen over de hele wereld, met als kenmerk de zigzaggende vouwtechniek die zij ontleenden van een middeleeuws fashion item, de zogenaamde Molensteenkraag
 


In hun atelier in het World Fashion Center ontvangen zij mij voor een interview in opdracht van ArtEZ Fashion Masters en hun jaarboek. Voor het eerst zal ik een 'echt' interview doen met een bekend modeduo dat ik zeer bewonder en ik me in heb verdiept. Het duo heeft het zeer druk: de show voor het najaar ’09/’10 in Milaan staat voor de deur ten tijde van dit interview en voor het Zuiderzeemuseum hebben zij een speciale mode-installatie opgeleverd. Genoeg stof om over te praten.

Het behalen van de top
Mode ontwerpers moeten een enorm doorzettingsvermogen hebben om zich staande te kunnen en te wíllen houden in de internationale modewereld. Showen in Parijs en Milaan is slechts weggelegd voor een happy few. Niels Klavers: ‘Je moet er echt van houden. Enerzijds is het een heel zwaar beroep om elk half jaar weer vernieuwend, anders, of whatever te zijn, maar anderzijds is dat ook wat je wilt als mode ontwerper. Mode is snel neerzetten, dat houdt het spannend’. Tien jaar geleden werkte het tweetal vijf jaar in Parijs. Daar hebben zij veel geleerd op zakelijk gebied. Inmiddels heeft echter Milaan de voorkeur gekregen om te showen. In een interview met Fashion United in 2007 vertelde Van Engelen waarom: "We gingen mee met de stroom. Het ging best goed. Maar na 9/11 werd het moeilijker. De verkoop liep terug en een financier ontbrak. Vandaar dat we ons label toen in de koelkast hebben gezet."
In 2007 heroverwogen zij hun strategie en visie en keerden sterk terug met hun label Klavers Van Engelen. Enkele maanden later wonnen zij de eerste editie van de Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards. De jury was unaniem. ‘Het grote voordeel om een ontwerpersduo te zijn is dat je constant kan reflecteren en het juist fijn kan zijn als je niet op dezelfde lijn zit. Je houdt elkaar wakker, anders blijf je heel erg in je eigen wereld zitten’. In eigen land groeit hun naamsbekendheid gelukkig snel, want de Nederlandse media besteedt - terecht - veel meer aandacht aan Nederlandse Design: er is hier immers veel gaande op het modegebied.


Olie op Water
In maart 2009 presenteren Klavers en Van Engelen voor de derde keer in Milaan op uitnodiging van het Italiaanse White Club hun najaarscollectie ’09/’10 tijdens Fashion Week. ‘We zijn voor deze collectie eigenlijk begonnen met het idee van olie op water. Dat vloeit heel langzaam. Wij zijn heel erg bezig met vloeiende lijnen en organische vormen. We proberen een gevoel, een emotie erbij te krijgen. Dat is ook wat je in deze najaarscollectie terug ziet. Daarnaast hebben we vanuit de olievlek het kleurenbeeld voor deze collectie bepaald. Olie heeft hele mooie kleuren, als een regenboog. Die vloeien langzaam door elkaar op het wateroppervlakte’.



In Milaan gelden strenge regels en op eigen houtje krijg je daar weinig voor elkaar. Daarom helpt onder meer de Italiaanse non-profit organisatie White Club jong modetalent uit andere landen een plek te geven tussen grootheden als Gucci, Prada en Dolce & Gabanna en te helpen aan een belangrijk internationaal netwerk van inkopers en financierders. Het bestuur van White bestaat uit grote namen uit de mode industrie: Andreina Longhi (voorzitter), de extravagant uitziende Diane Pernet (talentenscout), Robb Young (mode journalist) en Franca Sozzani (Directeur Vogue Italië). Het succesverhaal van het modeduo Viktor & Rolf heeft er mede voor gezorgd dat Nederlandse mode door internationale modeautoriteiten nauwlettend in de gaten wordt gehouden. De groep Nederlanders in Milaan preseert zich onder de naam ‘Dutch Touch’. Naast Klavers Van Engelen presenteert ook Spijkers&Spijkers, Hans Ubbink, Marcha Hüskes en Mattijs van Bergen zich op White in Milaan.

Conceptuele mode sexy, vrouwelijk en draagbaar maken
De manier waarop Niels Klavers en Astrid Van Engelen samenwerken, is zeer gevoelsmatig. Zij ontwerpen niet op papier, zoals bij veel mode ontwerpers gebruikelijk is, maar mouleren en draperen liever met de stof direct op de pop. Intuïtie en toeval bepalen het ontwerp. Volume ontstaat en het kledingstuk krijgt iets organisch, alsof de stof om het lichaam heen danst. Het gaat hen om de samensmelting van beweging, kleding en het vrouwelijk lichaam. ‘Tien jaar geleden was ons werk nog niet zo vrouwelijk en sexy als nu, maar conceptueel veel strenger. Wij wilden op een gegeven moment weg uit dat conceptuele en meer toegepast denken, kleding maken waar vrouwen blij van worden. Daardoor is het nu een mix van conceptueel en draagbaar. De materiaalkeuze en de manier van snijden hebben ons werk meer elegant en vrouwelijk gemaakt. Wij zijn nu ook intuïtiever, losser geworden dan voorheen. Ons werk is meer open en minder droog. De nadruk ligt dus iets meer op de draagbaarheid van de kleding dan op concept.’ En Mannenmode? ‘Vlak voor onze comeback [in 2007, red.] hebben we er wel aan gedacht om misschien mannenmode te gaan doen, maar de grenzen waartussen je kunt werken zijn voor mannenmode gewoon veel kleiner. Wij voelen ons gewoon prettig bij vrouwenmode, want hoe je het wendt of keert, je kunt er gewoon even wat meer mee’. ‘Bij mannenmode gaat het meer om het detail en de proportie. Het is veel minimaler. Als je bijvoorbeeld de taille tien centimeter verplaatst ligt dat bij mannenmode veel gevoeliger. Daar wordt een vrouw niet warm of koud van! Vrouwenmode past ook meer bij onze driedimensionale manier van werken’.



Denken buiten de kaders van de mode
Klavers en Van Engelen werken ook buiten de modescène. De wereld van muziek, dans en kunst mengen zich goed met de mode. Voor de concert performance ‘Show me your second face’ van de Japanse pianiste Tomoko Mukaiyama ontwierpen zij een speciale concertjurk, welke tevens het podium en piano bekleedde. Voor ‘Positive Sensations’ van Introdans ontwierpen zij samen met choreografe Katherine Stimson de kostuums voor de dansers, waar lichaamsbeperkingen van de dansers werden vertaald in kostuums van soepel zijde en deels stugge stoffen. Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) vroeg hen mee te werken aan ‘Reality Machines’, een tentoonstelling waar uiteenlopende kunstdisciplines als architectuur, industrieel, grafisch en mode bijeen kwamen. De creaties van Niels Klavers en Astrid Van Engelen zijn daarnaast geliefde objecten in de kunstwereld geworden. Verschillende werken zijn aangekocht door het Centraal Museum Utrecht en geëxposeerd in Engeland, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Japan en Taiwan. Momenteel werken Klavers en Van Engelen aan de tentoonstelling ‘Gejaagd door de wind’ van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. De tentoonstelling geeft een beeld van de grote ideeënrijkdom van de Nederlandse modewereld en hoe die zich verhoudt tot de Nederlandse kledingtraditie. Zij bouwden speciaal voor deze tentoonstelling de mode-installatie ‘Over Boord’. Niels Klavers: ‘Naar aanleiding van onze collectie, welke gebaseerd is op de Hollandse molensteenkraag uit de 16e, 17e eeuw, werden wij gevraagd door gastcuratoren Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum om een bijdrage te leveren aan ‘Gejaagd door de Wind’. Wij presenteren vijf outfits, die staan in een tunnel met een soort kolkende zee effect. Het beweegt en het klotst. Lichtontwerper Andre Pronk heeft een speciaal lichtplan gemaakt dat het tunneleffect versterkt. De tentoonstelling draait om Nederland en wij gebruiken veel van haar facetten als inspiratie voor onze collecties, zoals wind, water, lucht, zee. Dat is heel erg Nederland. Dat gevoel wilden wij ook in ‘Over Boord’ verbeelden’.

Toonbeeld van Hollandse bescheidenheid
Klavers en Van Engelen zijn nu rond het 40ste levensjaar en volgens henzelf nog lang niet groot genoeg om zich te kunnen meten met hun voorbeeld Martin Margiela en zijn overzichtstentoonstelling in het MoMu: ‘Het is vandaag de dag steeds moeilijker hoor, jezelf op de achtergrond te houden en de collectie zijn werk te laten doen. Margiela vinden wij prettig als voorbeeld, precies omdat hij met zijn werk bezig is en niet van de sterstatus eromheen houdt’. Misschien is dat ook wel een bekende Nederlandse mindstate: jezelf op de achtergrond houden en bescheiden zijn in je voorkomen. Klavers en Van Engelen hebben die mindstate in ieder geval over hun succes: ‘Ja god, wanneer ben je groot genoeg? Dat weet je nooit. We moeten veel groter zijn wil er een boek komen of een overzichtstentoonstelling. Maar als je goed nadenkt, zouden we van al onze collecties best wel een tentoonstelling kunnen maken, ja, dat kunnen we wel!’. Het succes voor Klavers Van Engelen is dichtbij, hoewel de modewereld last zal gaan krijgen van de economische malaise. Hopelijk blijft voor Nederlandse modeontwerpers en haar labels een voorlopig gunstige koers heersen, ook al zijn behaalde resultaten in het verleden geen garantie voor de toekomst. 




(geschreven als student ArtEZ Fashion Masters, 2009)

Geen opmerkingen: