vrijdag 24 juli 2009

Arnhemse Ann Boogaert wint YoungTalentAward


23 | 07 | 09 Op het programma van de AIFW is er 1 show waar iedereen ECHT oprecht naar uitkijkt, en waar GEEN of een enkele BN'er gespot zal worden - thank god-. Gisteravond was het de avond voor jong talent tijdens Lichting09, oftwel de nieuwe lichting van 2009. In elk afstudeerjaar van een modeopleiding zit iemand die de beste van de klas is. Nou, en die knappe koppen zijn bijeen gescout. Maar liefs 14 alumni’s mochten dit jaar strijden om een fantastische prijs: de Young Talent Award, aangeboden door G-STAR RAW. Dit houdt ten eerste een dik geldbedrag in van €10.000,- en ten tweede....showen tijdens New York Fashion Week! Wat Project Runway kan, kunnen wij ook, moet GSTAR gedacht hebben. Het is de derde keer dat deze prijs wordt uitgereikt. En de jury was ook echt Project Runway fehrig: Lucas Ossendrijver hoofdontwerper voor Lanvin Homme), Susanne Lau (de zeer populaire Londense fashion blogster van StyleBubble en DazedDigital), de co-founder van de Londense Fashion Week Wendy Dagworthy en de Franse dame Garance Dore (illustrator, schrijver en fotograaf voor o.a. ELLE, NY Times, Vogue).  
And the Winner(es) is...... Elk jurylid gaf te kennen dat drie deelnemers er echt uit sprongen. Ze wilden natuurlijk niet zeggen wie, maar ik weet na wat research dat het om Ratna Ho (ArtEZ), MalouSebastiaan (HKU) en Ann Boogaerts (ArtEZ) ging. Twee maal ArtEZ! Goed!

MarlouSebastiaan


 
Ratna Ho 


Eigenlijk verraadde het applaus van het publiek al ver voor het jury-oordeel wie de winnaar zou gaan worden: Ann Boogaerts! Het publiek jubelde en applaudisseerde zich blauw bij het zien van haar modellen. Wat was er dan zo speciaal en magisch aan haar collectie dat zij dit elitaire modepubliek in haar ban kreeg? Ik denk dat het haar complete plaatje was: goed gestileerd, felle primaire kleuren, big hair, en heel bijzonder handwerk op de pluizige witte sokjes, aan de onderkant van een broek en in de zakken van het volumineuze rode jurkje. Het waren mini kunstcollages samengesteld door parels, glitters, kralen, steentjes en borduursels.


 
Ann Boogaert


Deze rijkdommen refereerden naar het verhaal dat Boogaert vertelde met haar collectie: de Belgische koningin Fabiola werd verliefd op een Nederlandse man en nam afstand van de troon om vervolgens in Nederland te integreren. Een strijd tussen haar koninklijke wortels en haar liefde. 
Het volkslied van Belgie klonk aan het begin van het defile, wat vervolgens plaatsmaakte voor het Wilhelmus, tevens het einde van de show. 
Wat ik al zei, Boogaerts had het hele pakket compleet gepresenteerd. Zeer professioneel, aldus ook de jury. 
Echter, het scheelde niet veel, of Ratna Ho was uit de bus gekomen als de winnares. Het was een close call, oordeelde het jury. 
Twee andere ontwerpsters vond ik ook erg goed: de IJslandse Erna Einarsdottir (o.a. prachtige kraaltjeslegging) en Manon Boertien (Noorderlicht prints). Zie foto's.
 


Erna Einarsdottir


 
Manon Boertien

maandag 20 juli 2009

Interview Stephen Jones in Arnhem

Tijdens de Arnhem Mode Biënnale 2009 schreef ik voor hun blog over wat er een maand lang zo al gebeurde. Iedere dag was er wel iets blog-waardigs: een opening, lezing, gastbezoek, workshop of een catwalkshow in de Eusebiuskerk. 
Aan de hoofdtentoonstelling van de Biennale van 2009 hebben vele grote namen meegewerkt, die hun eigen tentoonstellingsruimte toegewezen kregen om naar eigen inzicht het thema SHAPE te verbeelden.
Een van hen was niet minder dan hoeden couturier (milliner) sir Stephen Jones, een hele grote naam in de internationale fashion wereld. En ja, hij was bij de opening aanwezig. En ja, ik heb hem gesproken voor de blog voor de Biennale! Een alleraardigste man, i must say! Lees hieronder het interview:

Het Glazen Paviljoen van Stephen Jones
geschreven op 05|06|09
Hoeden zijn al lang niet meer enkel geschikt voor trouwerijen of voor het koningshuis. Welnee! Milliner Stephen Jones (1957) laat in zijn glazen paviljoen in de Eusebiuskerk zien hoe divers een hoed kan -en mag- zijn, want zijn hoeden zijn alles behalve saai. Zijn hoeden hebben een dikke knipoog, een bepaalde ‘wittiness' over zich heen. Jones is -net als zijn creaties - controversieel en vooral heel erg grappig, zoals een echte Brit is. Al vele jaren heeft hij de harten gestolen van vele beroemdheden, artiesten en modeontwerpers.
foto: Kevin Deux

Stephen Jones is een grote aanwinst op de Arnhem Mode Biënnale. In hoogst eigen persoon is hij aanwezig op de opening van de hoofdtentoonstelling SHAPE in de Eusebius kerk. Opmerkelijk is dat hij in plaats van een houten huisje, juist een glazen kas heeft gekozen om in te exposeren. Een tiental vrouwenhoeden zijn uitgestald als ware het fantasierijke botanische bloemen en planten:
“For us, and Holland, it’s all about green houses you know. And if you have a green house, you need to have plants in it!”
De kas is in vier thema’s ingedeeld: ‘Floral’, ‘Organic’, ‘Leaves’ en ‘Conceptual’, waar de laatste vooral geometrische en abstracte hoeden toont. De hoeden beslaan een periode van 1990 tot 2009 en komen uit zijn archief.
“With hats, it’s a great way of making a fun expression. Hats have to be spontaneous. Of course, it’s a traditional thing, you wear it for special occasions like a wedding, but with a hat you can really express yourself. You see that every single musician is wearing a hat, because it became a part of their look and identity. You can really recognize a person by the hat he of she is wearing.”
Stephen Jones ontwerpt veel voor couturiers, waaronder John Galliano van Dior, die gek is op zijn designs. Jones vertelt: 
“Its funny, last week I was talking to John Galliano and I asked him ‘Why are you so interested in hats?’ then he said ‘Stephen that is such a crazy question, why would I stop being interested in how a women looks and stop at their necks! Its above the neck that gets interesting!"
Het aardige aan de Arnhem Mode Biënnale vindt Jones dat de mode naar de gewone man wordt gebracht in plaats van enkel een elite te dienen. Hij grapt dat hij vooral nieuwsgierig is wat bezoekers tegen elkaar zullen zeggen als deze zijn hoedenpaviljoen bekijken. Hij fantaseert reacties als: ‘Oh please lets get some coffee, my feets are kiling me’ en ‘Are people really wearing that?’
Op de vraag of hoeden meer en meer zullen opduiken in het hedendaagse straatbeeld, luidt het antwoord natuurlijk bevestigend:
“Hats will come back, yes! People always want to put something on their head. And if you buy one, let it be a fun ride". 


Koop dus een hoed die je identiteit weerspiegelt en maak er een feestje van. Ikzelf heb inmiddels een stoere herenhoed gekocht, want met een hoed in de hand....juist. 

Interview: 10 jaar Klavers Van Engelen

Tijdens de Arnhem Mode Biennale 2009. foto: MERynja


‘Tien jaar geleden stonden wij wel in grote internationale tijdschriften, maar in Nederland waren wij amper bekend’. - Astrid van Engelen over KlaversVanEngelen (2009).


Bol uitstaande tops en broeken, geplooide jurken en jassen, transparante leggings en gemouleerde en gedrapeerde decoraties. Modeontwerpers Niels Klavers (1967) en Astrid van Engelen (1970) zijn op weg als “Neerlands trots” Viktor&Rolf op te volgen. Onder het label Klavers Van Engelen vormen zij een krachtige twee-eenheid en veroveren menig (inter)nationaal mode hart. Hun herkenbare creaties zijn te zien geweest in tentoonstellingen over de hele wereld, met als kenmerk de zigzaggende vouwtechniek die zij ontleenden van een middeleeuws fashion item, de zogenaamde Molensteenkraag
 


In hun atelier in het World Fashion Center ontvangen zij mij voor een interview in opdracht van ArtEZ Fashion Masters en hun jaarboek. Voor het eerst zal ik een 'echt' interview doen met een bekend modeduo dat ik zeer bewonder en ik me in heb verdiept. Het duo heeft het zeer druk: de show voor het najaar ’09/’10 in Milaan staat voor de deur ten tijde van dit interview en voor het Zuiderzeemuseum hebben zij een speciale mode-installatie opgeleverd. Genoeg stof om over te praten.

Het behalen van de top
Mode ontwerpers moeten een enorm doorzettingsvermogen hebben om zich staande te kunnen en te wíllen houden in de internationale modewereld. Showen in Parijs en Milaan is slechts weggelegd voor een happy few. Niels Klavers: ‘Je moet er echt van houden. Enerzijds is het een heel zwaar beroep om elk half jaar weer vernieuwend, anders, of whatever te zijn, maar anderzijds is dat ook wat je wilt als mode ontwerper. Mode is snel neerzetten, dat houdt het spannend’. Tien jaar geleden werkte het tweetal vijf jaar in Parijs. Daar hebben zij veel geleerd op zakelijk gebied. Inmiddels heeft echter Milaan de voorkeur gekregen om te showen. In een interview met Fashion United in 2007 vertelde Van Engelen waarom: "We gingen mee met de stroom. Het ging best goed. Maar na 9/11 werd het moeilijker. De verkoop liep terug en een financier ontbrak. Vandaar dat we ons label toen in de koelkast hebben gezet."
In 2007 heroverwogen zij hun strategie en visie en keerden sterk terug met hun label Klavers Van Engelen. Enkele maanden later wonnen zij de eerste editie van de Mercedes-Benz Dutch Fashion Awards. De jury was unaniem. ‘Het grote voordeel om een ontwerpersduo te zijn is dat je constant kan reflecteren en het juist fijn kan zijn als je niet op dezelfde lijn zit. Je houdt elkaar wakker, anders blijf je heel erg in je eigen wereld zitten’. In eigen land groeit hun naamsbekendheid gelukkig snel, want de Nederlandse media besteedt - terecht - veel meer aandacht aan Nederlandse Design: er is hier immers veel gaande op het modegebied.


Olie op Water
In maart 2009 presenteren Klavers en Van Engelen voor de derde keer in Milaan op uitnodiging van het Italiaanse White Club hun najaarscollectie ’09/’10 tijdens Fashion Week. ‘We zijn voor deze collectie eigenlijk begonnen met het idee van olie op water. Dat vloeit heel langzaam. Wij zijn heel erg bezig met vloeiende lijnen en organische vormen. We proberen een gevoel, een emotie erbij te krijgen. Dat is ook wat je in deze najaarscollectie terug ziet. Daarnaast hebben we vanuit de olievlek het kleurenbeeld voor deze collectie bepaald. Olie heeft hele mooie kleuren, als een regenboog. Die vloeien langzaam door elkaar op het wateroppervlakte’.



In Milaan gelden strenge regels en op eigen houtje krijg je daar weinig voor elkaar. Daarom helpt onder meer de Italiaanse non-profit organisatie White Club jong modetalent uit andere landen een plek te geven tussen grootheden als Gucci, Prada en Dolce & Gabanna en te helpen aan een belangrijk internationaal netwerk van inkopers en financierders. Het bestuur van White bestaat uit grote namen uit de mode industrie: Andreina Longhi (voorzitter), de extravagant uitziende Diane Pernet (talentenscout), Robb Young (mode journalist) en Franca Sozzani (Directeur Vogue Italië). Het succesverhaal van het modeduo Viktor & Rolf heeft er mede voor gezorgd dat Nederlandse mode door internationale modeautoriteiten nauwlettend in de gaten wordt gehouden. De groep Nederlanders in Milaan preseert zich onder de naam ‘Dutch Touch’. Naast Klavers Van Engelen presenteert ook Spijkers&Spijkers, Hans Ubbink, Marcha Hüskes en Mattijs van Bergen zich op White in Milaan.

Conceptuele mode sexy, vrouwelijk en draagbaar maken
De manier waarop Niels Klavers en Astrid Van Engelen samenwerken, is zeer gevoelsmatig. Zij ontwerpen niet op papier, zoals bij veel mode ontwerpers gebruikelijk is, maar mouleren en draperen liever met de stof direct op de pop. Intuïtie en toeval bepalen het ontwerp. Volume ontstaat en het kledingstuk krijgt iets organisch, alsof de stof om het lichaam heen danst. Het gaat hen om de samensmelting van beweging, kleding en het vrouwelijk lichaam. ‘Tien jaar geleden was ons werk nog niet zo vrouwelijk en sexy als nu, maar conceptueel veel strenger. Wij wilden op een gegeven moment weg uit dat conceptuele en meer toegepast denken, kleding maken waar vrouwen blij van worden. Daardoor is het nu een mix van conceptueel en draagbaar. De materiaalkeuze en de manier van snijden hebben ons werk meer elegant en vrouwelijk gemaakt. Wij zijn nu ook intuïtiever, losser geworden dan voorheen. Ons werk is meer open en minder droog. De nadruk ligt dus iets meer op de draagbaarheid van de kleding dan op concept.’ En Mannenmode? ‘Vlak voor onze comeback [in 2007, red.] hebben we er wel aan gedacht om misschien mannenmode te gaan doen, maar de grenzen waartussen je kunt werken zijn voor mannenmode gewoon veel kleiner. Wij voelen ons gewoon prettig bij vrouwenmode, want hoe je het wendt of keert, je kunt er gewoon even wat meer mee’. ‘Bij mannenmode gaat het meer om het detail en de proportie. Het is veel minimaler. Als je bijvoorbeeld de taille tien centimeter verplaatst ligt dat bij mannenmode veel gevoeliger. Daar wordt een vrouw niet warm of koud van! Vrouwenmode past ook meer bij onze driedimensionale manier van werken’.



Denken buiten de kaders van de mode
Klavers en Van Engelen werken ook buiten de modescène. De wereld van muziek, dans en kunst mengen zich goed met de mode. Voor de concert performance ‘Show me your second face’ van de Japanse pianiste Tomoko Mukaiyama ontwierpen zij een speciale concertjurk, welke tevens het podium en piano bekleedde. Voor ‘Positive Sensations’ van Introdans ontwierpen zij samen met choreografe Katherine Stimson de kostuums voor de dansers, waar lichaamsbeperkingen van de dansers werden vertaald in kostuums van soepel zijde en deels stugge stoffen. Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) vroeg hen mee te werken aan ‘Reality Machines’, een tentoonstelling waar uiteenlopende kunstdisciplines als architectuur, industrieel, grafisch en mode bijeen kwamen. De creaties van Niels Klavers en Astrid Van Engelen zijn daarnaast geliefde objecten in de kunstwereld geworden. Verschillende werken zijn aangekocht door het Centraal Museum Utrecht en geëxposeerd in Engeland, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Japan en Taiwan. Momenteel werken Klavers en Van Engelen aan de tentoonstelling ‘Gejaagd door de wind’ van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. De tentoonstelling geeft een beeld van de grote ideeënrijkdom van de Nederlandse modewereld en hoe die zich verhoudt tot de Nederlandse kledingtraditie. Zij bouwden speciaal voor deze tentoonstelling de mode-installatie ‘Over Boord’. Niels Klavers: ‘Naar aanleiding van onze collectie, welke gebaseerd is op de Hollandse molensteenkraag uit de 16e, 17e eeuw, werden wij gevraagd door gastcuratoren Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum om een bijdrage te leveren aan ‘Gejaagd door de Wind’. Wij presenteren vijf outfits, die staan in een tunnel met een soort kolkende zee effect. Het beweegt en het klotst. Lichtontwerper Andre Pronk heeft een speciaal lichtplan gemaakt dat het tunneleffect versterkt. De tentoonstelling draait om Nederland en wij gebruiken veel van haar facetten als inspiratie voor onze collecties, zoals wind, water, lucht, zee. Dat is heel erg Nederland. Dat gevoel wilden wij ook in ‘Over Boord’ verbeelden’.

Toonbeeld van Hollandse bescheidenheid
Klavers en Van Engelen zijn nu rond het 40ste levensjaar en volgens henzelf nog lang niet groot genoeg om zich te kunnen meten met hun voorbeeld Martin Margiela en zijn overzichtstentoonstelling in het MoMu: ‘Het is vandaag de dag steeds moeilijker hoor, jezelf op de achtergrond te houden en de collectie zijn werk te laten doen. Margiela vinden wij prettig als voorbeeld, precies omdat hij met zijn werk bezig is en niet van de sterstatus eromheen houdt’. Misschien is dat ook wel een bekende Nederlandse mindstate: jezelf op de achtergrond houden en bescheiden zijn in je voorkomen. Klavers en Van Engelen hebben die mindstate in ieder geval over hun succes: ‘Ja god, wanneer ben je groot genoeg? Dat weet je nooit. We moeten veel groter zijn wil er een boek komen of een overzichtstentoonstelling. Maar als je goed nadenkt, zouden we van al onze collecties best wel een tentoonstelling kunnen maken, ja, dat kunnen we wel!’. Het succes voor Klavers Van Engelen is dichtbij, hoewel de modewereld last zal gaan krijgen van de economische malaise. Hopelijk blijft voor Nederlandse modeontwerpers en haar labels een voorlopig gunstige koers heersen, ook al zijn behaalde resultaten in het verleden geen garantie voor de toekomst. 




(geschreven als student ArtEZ Fashion Masters, 2009)

Nieuwe generatie ArtEZ Mode-ontwerpers

En toen, was het eindelijk zover. De 19 eindexamenstudenten, waarvan enkel 1 jongen was, presenteerden 3 juli j.l. 2009 aan het grote publiek hun trots. In het algemeen viel op dat de nieuwe generatie koos voor jumpsuits, body’s, brede schouders, draperieën of moulage en zijde, luchtige stoffen. Een enkeling week af van dit pad. Mijn persoonlijke favorieten waren Ratna Ho, Hellen van Rees en Mirthe Engelhard, welke ik kort sprak backstage:
Tribals en My Little Pony in the mix (Ratna Ho)
De stijl van Ratna Ho is kenmerkend. Ratna laat zich graag inspireren door inheemse culturen zoals de Azteken, Maya’s of het oude China. Haar eindcollectie ‘Tribals’ was gebaseerd op de stoere tribal tatoeage patronen en zoete ‘my little pony’ kleuren. In het oog sprongen haar bewerkelijke panty constructies, welke haar werk tot een soort ‘panty couture’ verheven. Ook heeft zij samengewerkt met tassenontwerpster Pascal Mulder. Elke outfit had een eigen tasje of bewerkte schoen.
Het was duidelijk zichtbaar dat zij met veel zorg en hard werken aan elk detail heeft gedacht. Zelf zei ze ons dat ze het zichzelf niet altijd makkelijk maakt. Haar volgende stap is Milaan, waar zij in september 2009 kans maakt om de Triumph Inspiration Award te winnen. Houdt haar dus in de gaten.(Ratna Ho is geselecteerd voor Lichting09 en zal tijdens de Amsterdam International Fashion Week showen. Dit is de show waar de echte modekenners naar uitkijken).
Sterrenhemel en vloeiend water (Hellen van Rees)
Ooit het grillige van water vertaald zien worden naar een collectie? Hellen van Rees vertaalde het concept ‘Floating Figures’ naar de vloeibaarheid en transparantie van water. Water als het ware tastbaar maken door de glans en de vorm te vertalen naar zelfgemaakt textiel. Wat een monnikenwerk moet dat zijn geweest. Alles heeft zij met de hand gemaakt. De kleur geel speelde de hoofdrol. Waarom? Dat wist ze zelf ook niet, maar het is een felle, opvallende kleur en deed haar denken aan de maan, de zon en de sterren, zoals in kindertekeningen. Met plastics bracht zij de glans van water aan en met ledlampjes in de mouwen en in de oren de schittering van sterren en licht in het water. Haar creaties bevinden zich tussen kunst en mode. Een sterk concept dat mooi vertaald was naar de catwalk.
Meer zien van de andere graduates? Klik HIER voor een filmpje.